Ode aan Sint-Joris

“Proud to be a scout”

Dit zijn niet mijn woorden, dat zou ook wat vreemd zijn gezien mijn chiroverleden. De woorden komen uit de mond van mijn 8-jarige energie-bruisbal Kobe. Een echte scout, met een enórme zucht naar avontuur en adrenaline. Voor de leiding een uitdaging om deze honger te stillen, zijn hongerige maag raakt namelijk nooit helemaal gevuld (en dan spreek ik niet alleen over die honger naar avontuur…).  Een uitdaging waar ze keer op keer in slagen. Niet alleen door de rijk gevulde vergaderingen elke zondag maar voornamelijk door de spirit en grenzeloze inzet van de leidingsploeg. 

Over die « spirit «  valt veel te vertellen, al is het moeilijk om er woorden op te plakken. Er waart een soort goedgemutste geest rond in Sint-Joris. Eentje die ervoor zorgt dat de kinderen zich nooit vervelen, zelfs al is er een halfuur even niets te doen. Een spirit die ook niet kapot te krijgen is, ondanks de uitdagingen waar we al mee te maken hadden. 

Hoor hoe zelfs ik al ‘we’ zeg en automatisch verval in een soort van roedelmeervoud. Want zo voelt het wel, als een roedel. Hoewel ik Sint-Joris nog maar twee jaar ken (!), voel ik mij, zelfs gewoon als ouder, al deel van het geheel. De leuke groep van ouders (waar toch bij iedereen wel een vijs los zit) zou daar wel iets mee te maken kunnen hebben. Allemaal volledig verschillende mensen die toch een mooie hechte groep vormen, dankzij het gemeenschappelijk doel; onze kinderen dezelfde onvergetelijke momenten laten meemaken als die van wijzelf. 

Deze memorabele momenten zijn er nú al geweest bij mijn zoon, en zijn avontuur is nog maar net begonnen! De groep kinderen, ook allemaal zo enorm verschillend, laat iedereen zijn wie hij is, want alle façade valt weg. Al het ‘moeten presteren’ , het moeten ‘mee kunnen’ met leeftijdsgenoten, alle verschillen van achtergrond en cultuur, het doet er allemaal niet meer toe. ‘Kind zijn ‘ is het enige dat telt. En ook wij als ouder, voelen deze goedgemutste geest vrolijk rond struinen in ons hoofd, als we een activiteit mee mogen helpen organiseren. In die mate dat wij ook gewoon terug kind mogen zijn. 

Kobe komt thuis met zijn scoutsverhalen, en even voelt het alsof ik zelf aan het kampvuur zit, op het moment dat het scoutslied aangeheven wordt en alle blije kindergezichtjes blozen van plezier en verbondenheid. Schol, lieve scoutslieden: “ weest paraat” en vergeet niet: leven is beleven, ‘t zal wel zijn!